CI/CD Pipelines voor Ansible Collections

Om het ontwikkel- en releaseproces van Ansible-collecties te optimaliseren, kun je een CI/CD-pijplijn maken die codevalidatie en handmatige stappen bevat voor het uitbrengen van een nieuwe versie van een Ansible-collectie naar Ansible Galaxy .

Beschrijving van de pijplijn

Om het ontwikkel- en releaseproces van Ansible-collecties te stroomlijnen, kun je Git integreren met CI/CD-pijplijnen. Het voorbeeldbestand .gitlab-ci.yml dat aan deze pagina is gekoppeld, biedt een sjabloonpijplijn die codevalidatie en handmatige stappen omvat voor het uitgeven van een nieuwe versie van een Ansible-collectie aan Ansible Galaxy.

Het bestand bevat de configuratie voor de pijplijnfasen en -taken:

Build

De prepare-taak in de buildfase extraheert de collectieversie, naam en namespace uit het galaxy.yml-bestand en slaat deze op als omgevingsvariabelen voor later gebruik. Het maakt een variables.env-bestand aan om deze variabelen als artifacts op te slaan.

De build-taak verpakt de Ansible-collectie en genereert het README.md-bestand vanuit README-GALAXY.md. De resulterende collectie wordt als een artifact opgeslagen.

Linters

De yamllint-taak voert het yamllint-hulpmiddel uit om de YAML-code te valideren.

De ansible-lint-taak installeert de collectie die in de vorige fase is gebouwd en voert het ansible-lint-hulpmiddel uit om de Ansible-code te valideren.

Galaxy

De publish-taak publiceert de Ansible-collectie naar Ansible Galaxy. Het verpakt de collectie, genereert het README.md-bestand vanuit README-GALAXY.md en publiceert het naar Ansible Galaxy met behulp van de opgegeven API-sleutel.

Release

De gitlab-release-taak maakt een release in GitLab voor de Ansible-collectie. Het gebruikt de informatie uit galaxy.yml, inclusief de versie en changelog, om de release te creëren. De release is gekoppeld aan de commit en kan worden benaderd via de opgegeven release-naam.

Gebruik

Om deze pijplijn als sjabloon voor jouw Ansible-collecties te gebruiken, volg je deze stappen:

1. Richt je GitLab-repository in met de benodigde configuratiebestanden: .gitlab-ci.yml en galaxy.yml.
2. Configureer de fasen en taken in het .gitlab-ci.yml-bestand op basis van jouw specifieke vereisten. Kopieer de bijgewerkte pijplijnconfiguratie hieronder.
3. Werk het galaxy.yml-bestand bij met de relevante informatie voor jouw Ansible-collectie, zoals de namespace, naam, versie, beschrijving en links naar documentatie en issues.
4. Zorg ervoor dat je de vereiste afhankelijkheden hebt geïnstalleerd, inclusief Python, Pip, Ansible, yq, yamllint en ansible-lint. Pas de pakketinstallatiecommando’s in de before_script-sectie van het .gitlab-ci.yml-bestand aan indien nodig.
5. Stel de benodigde omgevingsvariabelen en geheimen in je GitLab CI/CD-instellingen in, inclusief de GALAXY_API_KEY voor publicatie naar Ansible Galaxy.
6. Commit en push je wijzigingen om de pijplijn te activeren. De pijplijn draait bij merge-aanvragen en op de standaardbranch.

Voordelen

Door Git met CI/CD-pijplijnen te integreren voor Ansible-collecties, kun je profiteren van de volgende voordelen:

• Zorg voor codekwaliteit door het valideren van de YAML- en Ansible-code.
• Automatiseer het proces van het bouwen en publiceren van collecties naar Ansible Galaxy.
• Volg en creëer releases in GitLab, waarbij ze worden gekoppeld aan specifieke commits en changelog-informatie wordt verstrekt.

Voorbeelden

• voorbeeld gekoppeld aan deze pagina.
• Bekijk het .gitlab-ci.yml-bestand van de Ansible-collectie c2platform.gis . Dit project bevat ook een Azure CI/CD-pijplijn, zie azure-pipelines.yml.